Ik ga op reis en ik neem mee… mijn identiteitsbewijs
Ik had het lang genoeg uitgesteld:
het ophalen van mijn nieuwe ‘EID’. (Zeg maar gewoon ‘identiteitsbewijs’.)
Gedurende tig maanden verstuurde ik de gevraagde documenten om een EID te bekomen.
‘We missen Attest 8.’
‘Er ontbreekt nog een “gewaarmerkt afschrift uit de basisregistratie.”
… 🙁
Elk document werd netjes door de Post.nl teruggestuurd.
(De post in NL werkt erg vlotjes…)
‘We sturen je EID wel op, hoor’
😮
Stel dat het verloren raakt in de postzakken?
Stel dat ik niet gewoon even naar de dokter kan zonder geldig EID?
Stel dat ik niet op reis kan?
Stel dat ik geen freelancecontract kan ondertekenen.
Ja, ik besefte dat met een EID alles valt of staat.
Toch maar een ritje Gorinchem -> Den Haag.
En last but not least met de prepuberende kids van mijn lieve vriend op de achterbank.
In de wagen speelden we het spelletje: ‘ik ga op reis en ik neem mee…’
25 ‘musthaves’, waaronder lange vingers, olifanten, apen en elfjes.
De ambassade: ik had er een werelds beeld van.
Eigenlijk getuigde werkelijkheid niet meer van wachten in een vacuüm getrokken wachtzaal vol ongeduldige mensen.
Na een dialoog (in gebrekkig Nederlands), kreeg ik éindelijk mijn nieuwe EID!
‘Jij woont in Nederland en als je weer terug wil naar België dan heb ik de volgende codes en het juiste toegestuurde document weer nodig, ja?’
Na wat handtekeningen zei ik:
‘Yes, begrepen! Tot ziens.’ (En DE groeten! 🙂 )
De kids trokken aan mijn arm. ‘Zeg je tegen papa dat we wél naar Kijkduin gaan, hé? Doe jij mee?’
Ondeugende, lieve knikkertjes. Weggestopte glimlachjes.
Ik antwoordde niet.
(En dat was ik ook niet van plan, want ik vind dat ik in de opvoeding van de kinderen – noch in het nemen van dergelijke beslissingen- een rol heb.)
Na veel ‘papa-onderhandelingen’ belandden we in Kijkduin.
Ik zag meer dan duinen, Pokemons en Ernietuigjes die je bij de neus kon nemen.
Rust.
Vrijheid. Adem.
Het geluid van de toeristen verstomde.
Ik wilde lezen, maar dat lukte me niet.
Last but not least… ik viel als vanzelf in slaap.
Met die opgeladen energie was ik wel in voor een potje voetbal & vangbal.
‘Oka, vang!’
Alles wat ik als kind niet had gekend, kwam als een smash terug.
Ik wilde huilen, maar ik lachte.